In dit verband moet er veel aandacht geschonken worden aan de situatie waarin de doorwerkende AOW’er arbeidsongeschikt is of wordt. Normaal gesproken moet de werkgever bij arbeidsongeschiktheid het loon maximaal 104 weken doorbetalen in het geval van een werknemer die geen AOW’er is. Bij een doorwerkende AOW’er geldt er een verplichting om maximaal 13 weken het loon bij ziekte door te betalen. Dit kan leiden tot een gehele of gedeeltelijke terugvordering van de NOW-subsidie bij de definitieve afrekening door het UWV.

Een voorbeeld ter verduidelijking

De subsidie in de loonkosten krachtens de NOW-regeling wordt bij het voorschot gebaseerd op de loonaangifte over januari 2020. Stel, de doorwerkende AOW’er was toen nog niet arbeidsongeschikt, maar is op maandag 3 februari 2020 ziek geworden. De werkgever is verplicht om van 3 februari tot 4 mei 2020 loon bij ziekte aan de AOW’er te betalen.
Bij de definitieve afrekening NOW kijkt het UWV naar de daadwerkelijke loonsom over maart t/m mei 2020. Vanaf 4 mei 2020 is er voor de AOW’er geen loon betaald, waardoor de lagere loonsom van maart t/m mei 2020 tot een lagere subsidie NOW kan leiden dan bij het voorschot op de subsidie, gebaseerd op de loonsom in januari 2020. Het gevolg kan dan zijn dat bij de definitieve afrekening door het UWV-subsidie geheel of gedeeltelijk zal worden teruggevorderd. In een voorkomend geval adviseren wij om met dit effect rekening te houden.

Via onze kennisbank houden we u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en de voor u belangrijke informatie. Wanneer er aanpassingen of nieuwe maatregelen worden aangekondigd, passen wij bovenstaande informatie hierop aan.